Verslag: Borinage

Zaterdag 17 augustus 2024, een uur of acht ’s morgens. Zeven zenuwachtige Leonners verzamelen aan het clubhuis. Op het programma staat de hoogmis der schoolreizen: een dagexcursie naar de Borinage, waar bosgroen en steenkoolzwart vlekkerig door elkaar vloeien.

De regen is bezworen, de boterhammen gesmeerd. Niks vergeten? Nick vergeten!

Onze hoogsteigen parcoursbouwer en geograaf kan er jammer genoeg niet bij zijn. De moed zakt ons even in de schoenen. Wat met al onze prangende vragen over dit antropogene landschap! Uiteindelijk herpakken we ons, we zijn oud genoeg om het landschap van de Borinage zelf te duiden.

Chauffeur Bert brengt een glinsterende schijf in een daartoe bestemde gleuf en plots is er muziek! ‘De Afrekening 6’: een leuke band met een gevarieerd repertoire. Het wordt stil in de auto. Vervlogen herinneringen in sepia-tonen drijven voorbij, tot Leen ons opeens uit die nostalgische trip wakker schudt.

Leen vermoedt dat ze haar huissleutels vergat, maar laat haar humeur er niet door vergallen. We zijn tenslotte de taalgrens al overgestoken. De woorden van de lokale wijsgeer en voormalige minister van Begroting Guy Mathot indachtig, – ‘dat gat in de begroting is er vanzelf gekomen en zal vanzelf weer weggaan’ – gaan we ervan uit dat ook het sleutelprobleem zichzelf zal oplossen. En kijk, bij aankomst in Bergen duiken de sleutels al snel op.

Wielen worden vastgevezen, kettingen gesmeerd. We zijn vertrokken voor honderd kilometer gravelplezier. Kurt wordt aangesteld tot ‘Chef Vriendelijkheid jegens de lokale bevolking’. Hij vervult zijn taak met verve. Geen enkele local wordt vergeten, zelfs niet als ze plotsklaps met zijn vijven uit de vijf windrichtingen opduiken. Met opgestoken handen, met uitgeklikte velosamba’s en middels nabootsing van de lokale taal, krijgt elke local een persoonlijke amicale begroeting. Met Kurt in je peloton win je de harten van de lokale bevolking.

Ook in het peloton wordt niks vergeten. Vooraan mist Bert geen enkele afslag. Achteraan waakt Jan erover dat iedereen mee is. We zijn in goede handen, dat is zeker. Tenzij je je afvraagt of je een screenshot kan maken tijdens het fietsen. Niet dus. De buiteling is gelukkig zonder erg en Sofie houdt de moed en de sfeer erin.

De route die Nick ons voorschotelt, is naar gewoonte om duimen en vingers van af te likken. In het eerste deel warmen we de kuiten op langs het Centrumkanaal en haar magnifieke scheepsliften. In de verte rijzen ondertussen de eerste vulkanen op. De eerste die we beklimmen is de Terril Albert I. Spiraalsgewijs harken we tachtig hoogtemeters bij elkaar.

Boven op de vulkaan snijdt de zwavelgeur ons de adem af, of anders was het de inspanning. We gooien wat suzywafels en halfgare aardappelen in de krater. Enkelen prevelen een sjamanistische spreuk, of anders was het de inspanning die ons het spraakvermogen ontnam. Alleszins, de goden van de Borinage aanvaarden onze offers en de tocht gaat gezwind verder.

Bossen, graslanden, kasteeldomeinen, glooiende akkers, terrils, plukjes arbeiderswijken en industrieel verval: het loopt hier allemaal rafelig door elkaar en we buitelen van het ene in het andere verrassende zichtje. Of we buitelen in de netels. Met de bloeddoorstroming van Bert gaat het prima. Met zijn nachtrust ging het iets minder. Onze andere Bert kort de route in en spoort naar Antwerpen. Bij frituur Tina bewaakt hij een portie friet zodat de rest van de groep straks op krachten kan komen.

De kilometers dikken aan en de hoogtemeters kruipen stilaan in de kleren. Gelukkig is er het vooruitzicht van een verpozing in het Maison du Peuple in Dour, misschien wel het best bewaarde artdecocafe van België. Geen gravelrit van Bike Leon zonder volkscafé, zo gaat het spreekwoord nu al. Helaas, het volkshuis is gesloten. Wat verderop kunnen we gelukkig terecht in een café dat qua cliënteel niet minder volks is.

Ondertussen zijn we in de laatste rechte lijn naar Bergen. We slaan een terril over, maar dat hoeft niemand te weten. Trouwens, Mons heeft haar naam niet gestolen. Op kasseien in de binnenstad gaat het eerst nog omhoog voor we ons in een terrasstoel kunnen laten zakken met lokaal biertje aan de lippen.

Niks vergeten? We rijden net de autostrade op en opeens is er tumult op de achterbank. ‘Mijn gps!’ roept Jakob. ‘Ik heb die het laatst op het dak gezien’, zegt Bert. Volgens de Garmin-app reist de gps mee, maar in de auto is hij niet te vinden. Na heel wat scherpe bochten kunnen we eindelijk op het dak kijken. En kijk, wonder boven wonder is de gps er niet van af getuimeld. Dank u goden van de Borinage! Dank u Guy Mathot! Dank u dakrandje van de trouwe Skoda van Bert!

Jakob