Bijna klokslag 9 uur, en er staan alweer een 20-tal (ik kan er eentje naast zitten) fijne fietscollega’s klaar voor een opwarmertje voor de Ronde. We verwelkomen een nieuw gezicht (Raoul), zien onze nieuwe penningmeester Koen voor de eerste maal dit seizoen en voor de rest een behoorlijk aantal vertrouwde cousteaus. Het opnemen van de aanwezigheden verloopt een beetje anders dan anders, aangezien Jan de bijkomende vraag moet stellen voor de hoeveelste maal dit seizoen eenieder meerijdt; blijkbaar heeft het notitieboekje de heroïsche rit met flandriense properties van vorige week niet overleeft, en dus zijn de aanwezigheden van de eerste 5 ritten verloren gegaan. Eens het regelmatigheidscriterium online verschijnt, zijn aanvullingen op eer en geweten nog mogelijk natuurlijk.
Op pad dan maar, en het eerste half uur heeft inderdaad een hoog gehalte pad-vinden; we draaien en keren ons een lieve lust door districten, gehuchten en aanverwanten, tot we dan toch aan de Nete belanden. Daar gaat het tempo gestaag de hoogte in, en breekt het peloton in stukken voor het eerste stuk koers van de dag. Nick weet zich na ruim 5 kilometer nog net over Stijn te smijten en steekt de pluim op zijn helm; een pluim die toch net wat minder hard glanst, eens geweten was dat Stijn al om 7 uur op de fiets zat voor een tochtje van 60km, “want ik was dan toch wakker voor Boris en zag weinig nut in nog een uurtje terug in bed kruipen”… een visie die zeker niet gedeeld wordt door een groot deel van de ploeggenoten 😊
Via Gestel en Itegem krijgen we bijna de kerk van Hallaar in zicht (die al wel eens met die van Heist wordt verward, zij het dat de helling ernaartoe slechts een stijging van 1m laat optekenen, een groooooot contrast met de eigenlijke te bedwingen col). Onze generaal was niet meer te houden en vloog gezwind een kruising over. Ondergetekende soldaat wou natuurlijk blindelings volgen, maar dat was buiten de Parcoursbouwer gerekend, die het veiliger achtte even te wachten voor een aanstormend blik-op-4-wielen. Een kop-staartaanrijding was bijgevolg onvermijdelijk, en mij gedwee overlatend aan de wet der traagheid gecombineerd met een zwenkpunt, belandde ik half overkop naast diens prachtige Scott. Excuses werden uitgewisseld, een eerste inspectie bracht geen materiële of lichamelijke schade aan het licht, dus terug in het zadel en rijden maar… Hm, ineens hadden we een vogeltje in het peloton zitten. Blijkbaar was de achterste remschijf van Nick’s bolide toch geraakt en wat paraplu komen te staan, of moeten we eerder zeggen “gevleugeld”. Extra excuses, iets om op de top van de aankomende beklimming verder te bekijken, gas erop!
De allerzwaarste helling van onze provincie scheidt duidelijk het kaf van het koren, ik zou niet kunnen zeggen wie de beklimming de eerste maal als primus bovenkwam wegens in de achterhoede. Wel enkele nieuwsfeiten: iemand heeft last van schimmel aan zijnen top (?!?), Sam zou wel eens het clubrecord gebroken kunnen hebben (was nog onbevestigd bij het ter perse gaan), en voorzitter Tom soleerde voor een 3e maal de helling op.
De terugweg kon ingezet worden. Daarbij werd opnieuw de Nete bezocht, maar deze keer werd er in een strak tempo collectief gekronkeld. Er moest nog wat jus in de benen gehouden worden voor een stevige langgerekte sprint op de fietsostrade richting luchthaven van Deurne. Daar zette Stijn alsnog de puntjes op de i. De allerlaatste sprint richting ’t café leverde nog een paar deelnemers op met een ‘DNF’ achter hun naam; en dan te weten dat de fietsdag eigenlijk nog niet eens halverwege was! Na enkele verfrissingen kwam de vraag wie waar naar het vervolg van de Ronde zou gaan kijken. Een vraag die zichzelf beantwoord zag door toedoen van onze geliefde café-uitbater Bert: met behulp van ladders, toogkrukken, bezemstelen en goed advies van het ondertussen uitgedunde peloton werd de beamer in gang gekregen, en konden we genieten van een wervelend stukje wielergeschiedenis, zowel bij de mannen als bij de vrouwen. En zo kon tegen 18u deze prachtige dag afgerond worden. Dank aan de aanwezigen aan de start, aan de rest van de bezemwagen-crew voor de gezellige namiddag en Renate en Lynn voor het soigneren van de dorstigen. Tot de volgende!
Davy Floes